- 60
jaar geleden.................!.
|
-
- Het
6e regiment infanterie bestond reeds voor de oorlog en
was gelegerd in Breda.
- Tot
zover reikt mijn kennis over haar geschiedenis. De herintroductie
van dit onderdeel vond plaats in 1945 met Vught ( 1e
bataljon) en Blerik als (2e bataljon) als standplaatsen.
Momenteel is dat nu 60 jaar geleden.
- Toen
ons aller Marianne de Jong mij vroeg om ter gelegenheid van dit
jubileum een bijdrage aan de Tijger te leveren, realiseerde ik mij
alleen op persoonlijke titel in het verleden te kunnen graven, maar
wellicht kan zulks het begin worden van een reeks ervaringen, door
sobats van ( aanvankelijk) beide bataljons, die later werden
samengevoegd tot 2-6R.I. Indiëgangers.
-
- Welnu,
ondergetekende hoorde bij de bevrijding tot die groep onderduikers,
O.D.-ers en andere enthousiastelingen die meteen met de bevrijders
oprukten teneinde onze landgenoten, boven de rivieren
te helpen bevrijden.
- Onze
groep, 16 man sterk, werd ondergebracht in een ( verlaten) boerderij
tussen Klundert en Rode Vaart. Het Engelse onderdeel ( 21 Britisch
Armee Group ) wat tot hiertoe was opgerukt, trok zich voor rust
terug in Zevenbergen en de bewaking van de frontlijn werd aan ons
vrijwilligers overgelaten. Hiertoe werden posten ingericht, in
enkele kilometers onderlinge afstand, langs de rivierdijk tussen
Moerdijk en Willemstad. Wij vormden hiervan een echt
zooitje ongeregeld. Getooid in aftandse oorlogskledij en
geschoeid met klompen of sepatoe roesak. Sommigen hadden een sten
of Lee Enfield, anderen een Duitse Schmeizer.
- In de
schuttersput boven de op rivierdijk pronkte een watergekoelde
Spandau-mitrailleur. Dit punt werd door ons de klok rond bemand.
Achter een honderdtal meters ondiep rietveld, stroomde het Hollands
Diep. Overdag patrouilleerden we in de geëvacueerde polder, waar soms nog kippen rondliepen en we eieren opzochten, als
dankbare aanvulling op onze K-rations.
-
- Op een dag
vonden we in een schuur een achtergebleven Duits geschut en bij een
andere boerderij de bijpassende granaten.. We besloten toen zelf
maar eens oorlogje te gaan spelen. Onze naaste collega’s waren
Belgen, zo’n kilometer verderop. Zij waren veel eerder bevrijd dan
wij, derhalve reeds volledig geüniformeerd en beschikten zelfs over
een echte carrier. Onze afgunst was welhaast onpeilbaar. Maar terug
naar het kanon. Nog
juist op tijd kwam iemand op het slimme idee om juist niet te gaan
schieten vanaf onze eigen boerderij en dus brachten wij het stuk in
stelling halverwege ons en de Belgen en onder aan de dijk. Daar ik
als enige over een jachtverrekijker, van mijn vader,
beschikte, zou ik vuurleidertje spelen en moest daarvoor
boven op de dijk gaan liggen.
-
- Niemand van
ons had enig idee van elevatie en de eerste granaat
ontplofte dan ook vlak voor ons in het riet. Behoorlijk
geschrokken werd de loop snel teruggedraaid naar 45 graden. Dat
projectiel moet welhaast in Dordrecht zijn terecht gekomen, want de
inslag was te horen noch te zien. Maar
toen wisten we in ieder geval dat de elevatie , ergens,
daartussen in moest zitten, Helaas is er van een derde
schot niets meer gekomen, want onze Duitse overburen hadden
ons meteen getraceerd en werden we getrakteerd onder een regen van
granaten. Als fanatiek militairen in spe
lieten we ons kanon pardoes in steek en vluchtten we door een
droge sloot naar huis. ’s Anderdaags had ik wacht en zag ik met
mijn verrekijker dat de Belgen bezigen waren ons kanon met hun
carrier weg te slepen. Ik alarmeerde de sobats en vanaf onze
stellingen waren we getuigen dat de Belgen het wapen boven op de
dijk ( jawel) in stelling brachten. Ze mochten dan wel geüniformeerde
soldaten zijn, maar van “terugslag” hadden ze schijnbaar nog
nooit gehoord. Wederom onpeilbaar was dan ook onze genoegdoening
toen na het eerste schot “ons” kanon
in salto’s van de dijk naar beneden donderde. Als toetje
kregen ze ook nog een strot vuur van de overkant op hun dak. Wij
vonden gezamenlijk dat het recht zijn “loop” had gekregen.
Zomaar een voorval uit een tijdsgewricht dat het best kan worden
getypeerd als de embryonale fase welke vooraf ging aan de
heroprichting van het 6e.
Er moeten nog legio verhalen over deze periode sluimeren. Als ik, op
Vomi-bijeenkomsten o.a. Huib Kers en Huib v.d. Linden hun ervaringen
hoor uitwisselen uit de
Willemstad-periode, dan moet er over 2-6 aan de Maas en 1-6 aan het
Hollands Diep , door sobats nog heel wat te vertellen zijn.
- Zij zijn
hierbij uitgedaagd.
-
-
Ad van Hooijdonk. Mrt
2005
-
-
-
terug naar verhalen
/ terug naar
indexlijst
|
|