Reksosarie  
Oktober 1947.
 
Zoals gewoonlijk moest ieder peloton van onze compagnie wekelijks de wacht aan de ingang van ons kampement leveren. Ons kamp was rondom voorzien van  een hoge wal opgetrokken van bamboe om onverhoedse vijandelijke aanvallen en beschietingen te voorkomen.    De datum weet ik niet meer precies maar het was op een Zondagmorgen en onze sectie de wacht moest leveren aan de ingang.   
Zoals op de buitenposten de gewoonte was,stonden we in korte broek,  bloot bovenlijf en blootshoofd op wacht met geweer. Wie kwam er nu 25 km. buiten Salatiga controleren?
Onze Aap Miep, die normaal vastgebonden was, wist zich op een gegeven moment los te trekken en rende achter de Javaanse vrouwen aan die met allerlei vruchten naar de pasar in de omgeving op weg waren., Ik aarzelde geen moment en probeerde die aap te vangen met als gevolg dat ik mijn post moest verlaten, wat natuurlijk fout was.
Na een korte achtervolging kon ik Miep te pakken krijgen. Met de aap aan mijn zij het geweer over de schouders liep ik  half naakt terug naar de ingang van ons kamp. Op dat moment zag ik dat er drie Jeeps voor de ingang stopten en wie stapte er uit de eerste Jeep? Kolonel van Langen, onze Brigade Commandant met zijn staf Officieren. Ik kon geen kant meer op en meldde mij in half adamskostuum met aap bij de Kolonel. “Waar kom jij vandaan?” was zijn eerste vraag. Al stotterend vertelde ik hem dat ik die aap wilde vangen want die viel de inheemse bevolking lastig. “NIETS mee te maken”, op norse toon,”U hoort hier te blijven staan, op post van geweer” . Gelijk had die man. Maar ik moest onmiddellijk worden afgelost en op rapport bij de compagnie commandant.
Mijn vrienden, die uitzicht hadden op de ingang, hebben alles zien gebeuren vanuit hun tent en hebben er toch wel om moeten lachen. Zelf die stafofficieren hebben inwendig toch wel om het hele gebeuren moeten grinniken. Het was voor hen ook geen alledaags gebeuren. En wie verwacht nu op Zondagmorgen,rond acht uur zo’n hoog bezoek zover van de bewoonde wereld????.
Voor de verdere diensttijd in Indië stond ik gekleed op wacht, want dit zou me nooit meer gebeuren. Onze compagnies  commandant was mild met de strafoplegging want wist ook wel dat wij als O.V.W-ers goed onze plicht deden en dienst vervulde,behalve dan die ene keer. 58 jaar geleden en ik weet het noch als de dag van gisteren.!
 
                                                 
        
           Eindhoven 15 Maart 2005 
           O.V.W-er Men .v.d.Wetering