Dankzij de reünie 
 
Toen ik onlangs op de site las dat Kees Ripmeester ons had verlaten, schreef ik Marianne, dat dit weer herinneringen bij mij wakker riep  aan een speciale gebeurtenis welke zo'n twintig jaar geleden voorviel. Zij verzocht mij  hiervan een verhaal te maken voor sepatoeroesak
Ik ben daarvoor gaan grasduinen in mijn geheugen, zo gaat dat op onze leeftijd, en probeer het nu zo goed mogelijk te verwoorden onder de titel:
 
                                                           DANKZIJ DE REÜNIE
 
Het moet in de zomer van 1987 zijn geweest, dat Bertus ( sgt.maj.) Manjé werd begraven. We waren destijds met zo'n 10 jongens bij 2-6 uit dezelfde gemeente afkomstig en vijf er van woonden er toen nog steeds. Ik zat in de kerk driftig rond te kijken, maar ze lieten allemaal verstek gaan. Ik vertelde dit voorval aan mijn zoon Peter, enkele maanden later, toen ik hem in alle vroegte met zijn gezin naar Schiphol reed. Ze waren met Europees verlof geweest en vlogen terug naar Hong Kong. "als zulke zaken je, na al die tijd, nog steeds mateloos irriteren, zei mijn zoon, waarom begin je dan geen reünie "? En hij liet er op volgen : "Volgend jaar zijn jullie 40 jaar terug van weggeweest, iedereen zowat in de vut of met pensioen, kinderen de deur uit, tijd te over, opkomst verzekerd "! Ik heb zijn enthousiasme toen beteugeld door hem duidelijk te maken dat het ondoenlijk zou zijn de huidige adressen van de sobats te achterhalen.
 
Oldebarnevelt
Een week later belde de postbode omdat de enveloppe te dik was voor de brievenbus. Inhoud was de volledige debarcatielijst van de Oldebarnevelt, met als afzender het ministerie van defensie. Zo werd ik vanuit Hong Kong via Den Haag door Peter nog even klemgezet. Voordeel van deze lijst bleek dat ze alfabetisch, lexicografisch was samengesteld ; nadeel dat er duizenden namen opstonden van diverse onderdelen. Ik begon maar te lezen en voorzichtig kruisjes te zetten. En plotseling hielp mij het voordeel dat ik in de eerste helft van mij Indische tijd foerier ben geweest. Ik moet toen ontelbare appellijsten hebben gemaakt, waarvan de namen zich onbewust in mijn geheugen hebben verankerd. Zo weet ik nog steeds de namen van kees peters, n. CC en van de gebroeders Cats, A.P. en J.H.P. en van jan gulickx, J.B.A., enz.
Dit stukje lange-termijn-geheugen hielp mij meer dan ik had durven hopen. en op de duur had ik, naar mijn idee, de 4e compie zowat compleet. Maar toen !!! Al de adressen waren van 1948 en wie woonden daar nog en waarheen waren de sobats uitgevlogen ? Uiteraard rustte die wetenschap bij de oorspronkelijke gemeentehuizen. Goede raad was duur. Maar is was nu eenmaal aan het karwei begonnen en zat nu op het "point of no return ".Laat ik de rest maar kort maken. Het kostte een half jaar gemeentehuizen bellen en telefoonboeken uitpluizen voordat er structuur in begon te komen. Sommigen bleken zelfs 5 maal verhuisd......
 
kippenvel
In de eerste manden was het ( om met pim fortuin te spreken ) a hell of a job . Maar naarmate de gegevens los kwamen, begonnen ook de reeds opgespoorde sobats, in hun eigen stad of omgeving, in actie te komen. Dat veroorzaakte een stroomversnelling. Inmiddels waren er toch enkele huwelijksproblemen tot volle wasdom gekomen, omdat mijn vrouw ( na een half jaar bellen ) tot de overtuiging was gekomen dat ik behept was met een nieuw virus wat zij telefonitus placht te noemen. Gelukkig was ik zelf deze fase reeds gepasseerd en koesterde mij behaaglijk aan het feit dat de stemmen van de sobats, in veertig jaar, geen greintje waren veranderd. Ik begon revenuen te plukken en kreeg aangenaam kippenvel ieder keer als ik een sobat voor het eerst aan de lijn kreeg.
 
afronding
Begin 1988 had ik mijn lijst, op één naam na, gereed. en ik besefte dat het hoog tijd werd deze eenmanszaak op te heffen. Ik benaderde derhalve Jan de Bot en Johan Cats om deel te nemen aan de organisatie en verzocht Johan Nelen ( kassier bij de Rabobank ) de financiële verantwoording op zich te nemen. ( Ik wou me perse van de centen  distantiëren, er hoeft er maar één te zijn die zegt "hij zal er wel beter van worden " ) Geen risico dus.  Resultaat hiervan was dat ik organisatorisch meer armslag kreeg en meer tijdruimte de correspondentie met de sobats aan te gaan.
 
missing link
Ondertussen frustreerde het mij danig dat er nog steeds één adres ontbrak. We hebben het nu over Rinus Buys. Hij blijkt niet te traceren, Het irriteert mij bovenmatig omdat hij ook nog eens een keer uit mijn eigen dorp afkomstig is. Bij al dat gepeins krijg ik plots een brainwave en bel ik nog eens naar Kees Ripmeester. Ik bedacht me n.l, dat Rinus zijn brenhelper was geweest, de twee goede maatjes waren en Rinus zelfs met de zuster van Kees correspondeerde. Klopt, zei Kees, niet alleen mijn maatje, hij is zelfs mijn zwager geworden. Helaas heeft dat huwelijk maar enkele maanden geduurd en sindsdien hebben mijn zuster en ik hem uit het oog verloren en nooit meer iets van hem vernomen.
 
locatie
Ondertussen moesten de voorbereidingen wel verder gaan. Johan Cats was al druk met zijn reclameborden van Djempol in de weer. Betreffende  de zaak waar de bijeenkomst zich zou moeten afspelen was ik van start af aan van één ding zeker. Niet in een grauwe kantine van een of ander vooroorlogse kazerne. Vloerbedekking en geen trottoirtegels, moderne toiletpartijen en geen pisbak, serveersters en geen messbedienden. Bloemetje op de tafels en gemakkelijk stoelen, kortom het comfort wat oudere sobats en hun dames toekomt. Restaurant v.d Valk bleek dat allemaal in zijn portefeuille te hebben. De onderhandelingen liepen dan ook gladjes. Boven verwachting eigenlijk, want toen ik met mijn uitgebreide rijsttafel ( met aankleding) op de proppen kwam, bleek men voor die gelegenheden een Indisch echtpaar, oproepbaar, achter de hand te hebben. Nu waren we zo goed als startklaar. Zoon Peter ( weer met verlof ) had voor elke sobat een naambadge laten maken, want zei hij, misschien vinden ze het wel gênant elkaar naar 40 jaar niet meteen te herkennen en dan is éen blik op het badge een uitkomst.
laatste schaap over de dam
Met nog enkele dagen te gaan belde Kees Ripmeester plot weer op.  Er was hem nog iets te binnen geschoten. Jaren geleden had hij via via eens gehoord dat Rinus vertegenwoordiger zou zijn geworden voor Douwe Egberts in België. Of ik daar iets aan had. En Hoe. Een telefoontje naar Joure in Friesland bracht mij in contact met personeelszaken. Daar werd de map met gepensioneerden voor de dag gehaald en weer vijf minuten later had ik Rinus in België  zelf aan de lijn.  Dat was het laatste kippenvel. De cirkel was rond.
De reünie werd een éclatant succes. Zo'n emotioneel weerzien na veertig jaar slaat gewoon alles. Is ook nooit meer te evenaren.
( You 'll never get a second chance to make the first impression) . Een dag met een goud randje Ik bewaar nog steeds stapels brieven met waarderende teksten.
Er is ook een videofilm van en elke keer als de camera de zaal in zwaait, zie je Rinus en Kees ( de ex-zwagers) in diep gesprek. Ik dacht nog die hebben heel wat bij te parten....
Middels een enquêteformulier werd besloten de reünie na twee jaar (1990) te herhalen. Aldus geschiedde. Rinus was toen ook weer van de partij, maar bleek niet helemaal in orde, Geregeld gingen hij en zijn vrouw buiten lopen. Meteen na afloop van de bijeenkomst kreeg ik een verzoek van Cor Farla en Ger van Gils om een appellijst van onze compie op te sturen, want men wilde ook in Bataljonsverband beginnen. Inmiddels waren wij sinds"88 al 17 sobats verloren en we begonnen ons te realiseren, dat we in bataljonsverband een langere adem zouden hebben.
Na ampele overweging besloten we dan ook een fusie met Breda aan te gaan. Ook het restant kasgeld droegen we over, echter met de restrictie dat dit zou worden besteed om het Tijgerkrantje weer te laten verschijnen.
 Reeds enkel maande later verscheen het eerste exemplaar en het leeft nog......
 
Missing link 2
Rinus Buys heeft Breda niet meer gehaald. Enkele maan de na de 2e reünie in Wouw kreeg ik zijn overlijdensbericht. Daar ze niet zover over de grens woonden, vond in Bergen op Zoom de crematie plaats. Toen ik na de dienst in de aula koffie dronk, kwam er een heer naar me toe die mij even apart riep. Hij moest mij nog bedanken, zei hij, dat ik destijds het initiatief had genomen, want dank zij die reünie had hij zijn vader nog twee jaar mogen kennen. Het was n.l. de zoon van Rinus. Ik stond perplex. Toen kwam het verhaal. Toen zijn ouders, na enkele maanden huwelijk scheidden, waren ze zich geen van beiden bewust van een aankomende baby. Ook later, toen Rinus al uit het oog verloren was, bleef dat feit bij hem onbekend. Als in een flits zag ik die videobanden weer waar Kees en Rinus in diep gesprek waren en begreep nu eerst wat een schok deze confrontatie moet hebben teweeggebracht. Meteen na die dag een heeft (oom) Kees een ontmoeting gearrangeerd in een restaurant in Breda en aldaar zag vader Rinus, voor het eerst, zijn veertigjarige zoon  !
Door deze climax kan ik na al die jaren nog met genoegdoening terg denken aan een zeer bijzondere reünie en naar een programma "spoorloos "avant la lettre.
                                                                           8 januari 2008,        sobat ad van hooijdonk
 
               
                  Ad van Hooijdonk.