-
Vele maanden was ik met
mijn 3inch-mortiersectie gedetacheerd bij een compagnie ter
eventuele ondersteuning in kampement Kopeng. Kopeng was
vroeger een vakantieoord en lag in het zadel van twee bergen op een
hoogte van 1400 meter. De ene berg was de Merbaboe en de
andere was maar een klein bergje vergeleken met de Merbaboe.
Merbaboe betekent in het Maleis ‘Vrije dienstbode’! De
berg was 3145 meter hoog!
Er was zelfs nog een oud zwembad, uiteraard een lege
betonbak……. Na een tijdje zwoegen van onze sectie kregen we het
water weer aan het lopen, waardoor we na enige dagen een volle kuip
hadden en we weer lekker konden zwemmen.! In een groep heb je altijd
handige mensen, die zoiets kunnen oplossen…..
- Ons
kamp lag op een hoogte, zoals gezegd van 1400 meter. Om de
berg te beklimmen zouden we 1.745 meter stijgend moeten
overbruggen. Dat plan om dat te proberen had ik al maanden in mijn
hoofd. Toen heb ik mijn sectie gepolst wie het aandurfde om mee te
gaan. Met zijn zevenen waren we het eens, allemaal doorzetters!
Toen heb ik toestemming gevraagd aan de compagnies- commandant: de
berg lag in het: ‘Niemandsgebied’!
- Hij
gaf ons toestemming, onder voorwaarde dat we normaal gewapend op
stap gingen, inclusief brengun! Aan mij gaf hij zijn grote
dienstkijker mee en wenste ons veel succes. De kijker kwam goed van
pas, want we hadden een prachtige dag gekozen, de gehele dag
stralend weer, zonder wolken.
- Na
acht uur klimmen waren we op de top en zagen op honderd
kilometer nog bergen zoals de G.Moerjo bij Koedoes.
Alle steden in de omtrek waren te zien. Echter, Solo konden
we niet zien, vanwege de bewolking in die richting. Zuidelijk zagen
we vlakbij de beruchte Merapi met de bekende rookpluim
ongeveer 2900 meter hoog.
Onlangs zijn helaas weer veel mensen omgekomen wegens een
uitbarsting. Als het een aantal jaren goed gaat zijn mensen altijd
weer bereid om op gevaarlijke plaatsen te gaan wonen, mede door de
vruchtbare grond.
- Over
de klim moet ik nog even iets zeggen: Na ongeveer ¾ van de klim
waren er twee jongens die beweerden iemand te hebben
gezien……………..Was het de vermoeidheid die mogelijk een rol
speelde, want de andere vijf waaronder ikzelf hadden niets gezien!
We hebben ernstig overlegd: of doorgaan of met zijn allen terug! De
meerderheid, waaronder ikzelf, was voor doorgaan en dus
gingen we door…….! Het bleef rustig op de berg…
- Toen
we eenmaal boven op de berg en uitgekeken waren op de prachtige
omgeving bleek dat niemand nog drinkwater in zijn fles had.
-
- Het
afdalen was natuurlijk niet zo moeilijk als opstijgen, maar ik heb
ze toch aangespoord om kalm aan te lopen en goed uit te kijken. En
ja hoor, snel was het geluk met ons: we vonden een oude bamboeleiding
die aangesloten (lekkend) was op een waterbron! In korte tijd waren
onze flessen weer gevuld met heerlijk koel en zuiver water……….
-
- Volgens
mijn dagboek waren we om 6 uur n.m. behouden terug in Kopeng,
terwijl we kort daarna hoorden: Officieel werd bekend gemaakt dat
het vertrek van 2-6RI is vastgesteld op 21 april a.s.
per m.s. ‘Johan van Oldebarnevelt’. Natuurlijk waren we
blij dat we juist vandaag deze mooie tocht hebben mogen maken met
zo’n prachtig weer, want zeer binnenkort vertrekken we uit Kopeng!!!
Zoiets moois zien we nooit meer………….
-
- Jan Wijers
2-6 RI. (†
2011)
|
|