- "Voor ik werd overgeplaatst
naar Mook deed ik dienst in Boxmeer. In die bewuste winter 1944/1945
zijn er verschillende van onze mensen gesneuveld. Er was regelmatig
artillerievuur over en weer. Maar de Duitsers die aan de overkant van
Maas lagen, kwamen ook regelmatig 's nachts de Maas over en bliezen de
kerktorens van Boxmeer, Beugen en Oeffelt op. Tegen de ervaren
Duitse commando's konden wij als "burger" met een geweer
zonder enige opleiding niet op. Aan deze toestand kwam pas een einde
toen de Geallieerde troepen in Februari 1945 de grote aanval openden op
Duitsland. Nadien werd ik overgeplaatst naar Mook-Milsbeek etc. in
verband met bewakingsdiensten, die nodig waren omdat alle bewoners
van dorpen en Gennep oostelijk van de Maas via Duitsland naar,
hoofdzakelijk Noord-Nederland, waren geëvacueerd. Wij moesten dus
die verlaten dorpen en Gennep bewaken. Zo ook de oude
spoorbrug over de Maas van Gennep naar Oeffelt.
- Wat mij altijd
is bijgebleven is het afschuwelijke aanzicht als we van
Mook naar Milsbeek of Middelaar reden langs het
"Broek"(grote gemeenschappelijke weide) Gesneuvelde
geallieerde en Duitse militairen, alsmede omgekomen vee. Pas in het
voorjaar 1945 kon door deskundigen een einde worden gemaakt aan deze
gruwelijke en nog steeds gevaarlijke situatie : de verschrikkingen
van de zware gevechten na 17 september 1944".
-
- " Je vader,
Huib Lankhuizen) sprak meen ik ook van dat
hij bijna verdwaald was op het enorme schip. Ik ben een keer een
aantal dekken naar boven geweest naar de kapper. Toen ik die
eindelijk gevonden had moest ik uren wachten voor dat ik aan de
beurt was. De terugweg vond ik na veel moeite terug en kwam te
laat voor de hoofdmaaltijd. Mijn "lichting"was voorbij en de hofmeester liet mij er
niet meer in....."
-
- "Er was weinig contact tussen de secties
onderling, want we waren altijd steeds verspreid gedetacheerd bij de
verschillende compagnieën."
-
- "Sergt. Pruissen uit Geertruidenberg was
pelotonssergeant, hij heeft wel eens een paar dagen voor mij
waargenomen
toen ik examen deed in Semarang"
"Bij de verdiende onderscheiding van
mijn collega sergeant mortieren van Gelder ben ik ook aanwezig geweest.
Het toeval wil dat hij een bunker verdedigde in Katwijk aan de Maas
tegenover mijn geboortedorp Mook. Die bunkers werden door de Duitsers op
10 mei 1940 met zwaar geschut o.a. vanuit onze tuin beschoten. Als je
later die verwoeste bunkers zag, begreep ik niet dat er nog iemand
levend uitgekomen is."
- "Regelmatig werden er wel eens mensen
overgeplaatst van de een naar de andere sectie. T. van Turnhout was met
zijn motor bij in Kopeng. Lou Janssen heeft nog een eens bij mij in de
tent geslapen en goed geslapen, want we hadden heel wat oude jenever( De
Kuyper) op. Als sergeant mocht je per maand 2 liter kopen..."
-
- "In Tijgerkrant 64 staan de namen van de
geslaagden voor het typediploma waaronder de namen van Wim Jans en mij.
Wij kregen les in Semarang en natuurlijk de opdracht om goed te
oefenen. Maar hoe moest je dat doen op de buitenposten zonder
schrijfmachine? Ik heb dat opgelost door het QWERTY-toetsenbord volledig
uit te tekenen op een plankje waarop je dan "geruisloos" kon
oefenen."
-
- "In het NIS-gebouw in Semarang lagen hele
stapels vloeipapier, de gladde kant kon je uitstekend gebruiken om te
tekenen."
-
- "Het valt mij op dat in het verhaal van je
vader hij verschillende namen noemt, zoals Lou Janssen, Kees van Rodijen
, Lieske Hansen, Cor Dudok, Teres van Turnhout, die allemaal ook in
sectie dienst hebben gedaan. Jammer jouw vader was er niet bij.
- Lou
Jansen was inderdaad ( met majoor van der Pluim,) een echte
sportman.
- Kees van Rodijnen
was in mijn sectie waarnemend sectie
commandant, we schaakten veel en zelfs na terug keer in Nederland kwam
in de Vuchtstraaat nog wel eens schaken.
- Lieske Hansen was een geval
apart, inderdaad een doodgoeie vent. Maar je wist nooit of hij
fantaseerde of de waarheid sprak. Hij kwam een keer terug (dat moet wel
vakantie zijn geweest omdat we beurtelings wel eens naar Bandoeng
mochten "Rustende Strijder") en vertelde dat hij een gesprek
had gehad met generaal Spoor in Batavia...
- Cor Dudok is volgens mij de
langste tijd carrierchauffeur in onze sectie geweest. Hij was er ook
bij tijdens de mislukte actie Wonosogoro, overigens zonder carriers.
-
Teres van Turnhout was ook bij ons in Kopeng ordonnans met motor. Regelmatig
heb ik ook de motor mogen gebruiken en ik ben wel eens
mee van Kopeng naar Dadapajam gereden waar mijn broer dienst deed.
Prompt kreeg ik van luitenant Feyen op mijn kop omdat ik regelmatig de
motor gebruikte. Hij heeft zelfs een proefrit met mij gemaakt omdat hij
dacht dat ik geen motor kon rijden. Maar in Mook hadden we bij de B.S.
een B.S.A., engelse motor die zomaar ergens was achtergelaten, daar had
ik het dus al geleerd. Later in Nederland heb ik ook nog zeven jaar
motor gereden
-
- "Luitenant Peters
kwam met zijn
peloton het kampement binnen marcheren. De dienstdoende
schildwacht moest dan even in de houding gaan staan, maar die of
"zijn neus bloedde". Hij bleef dus mooi in
"ruststand" staan, waarop luitenant Peters hem overdreven
salueerde en zei: "Goede morgen schildwacht, lekker weertje
vandaag he". Pas toen had de arme schildwacht het in de gaten
en ging met een rood hoofd alsnog in de houding staan, maar toen was
de troep al voorbij...........Ik stond erbij en keek er naar en
moest onwillekeurig denken aan mijzelf toen ik kapitein Veldman mijn
waswater bijna op zijn gooide."
"Bij terugkeer uit Nederlands-Indië in
Amsterdam via de Johan van Oldenbarnevelt kwam generaal Kruls aan boord
om ons te verwelkomen. Echter de hele meute stond al te dringen om van
boord te kunnen gaan. De generaal kon er bijna niet doorheen komen
totdat er iemand riep:"Laot dieje kurperaal d'r is deur". Ik
zie nog de glimlach van generaal Kruls voor me......"
Jan
Wijers
|