Losse flodders door Kees Groen

 

                                     Een "krijgslied vanuit de BS-tijd wat wij met dezelfde geestdrift zongen 
                        als de Engelsen"there will always be an England" en We'll meet again" is het volgende:
 
geduldig wachten wij,
al is het niet in de rij, 
tot wij een pakje krijgen gaan
en men beloofde althans, 
we maken een goede kans, 
we krijgen een battledressje aan.
We moesten wachten, 
dagen en nachten; 
een uniform voor de compagnie.
Jongens vooruit, op moffen vooruit. 
We zijn soldaten, dus pak je spuit.
Voor wij naar Indië gaan 
pakken we ze in Holland aan.
We houden stand voor het vaderland!
                                                                              Deze kwam weer wat later:
 
Van de tijd dat ik in dienst ben geweest, 
komt mij een mooie herinnering voor de geest:
Bij de kazerne stond een leuk cafe, 
daar was het regiment mesjogge mee. 
De dochter van de kastelein, 
die hele mooie Madelein
bracht elk soldatenhoofd op hol 
en iedere avond was het cafeetje vol.
Je dronk er met plezier je borrel en je bier. 
En riep naar Madelein:"kom eens hier."
 
Oh Madelein, jij met je blonde haren' oh Madelein jij bent een openbaring.
En ik verga van van liefde en van smart, 
Soldaten hart is niet van steen, ?
Oh lieveling oh lekker ding,       ?
je berooft me van 't verstand( BOEM BOEM)
Wil jij voor eeuwig zijn de commandant van 't ledikant.
Oh Madelein, wil jij de mijne zij-hi-hijn? 
Oh Madelein, oh Madelein, oh Madelein, oh Madelein.

 

En als de troep dan uit marcheren gaat 
en Madelein in de deuropening staat
Dan vliegen alle koppen naar de kant, 
tot ergernis van onze sectie-commandant.
" Hoe dikwijls heb ik niet gezegd (BOEM BOEM)
houw potverdorie die koppen recht!"
En toen het zo niet langer kon, 
slingerde hij ze allemaal op de bon.
Hij deelde straffen rond. 
We kregen het volle pond.
Maar 's avonds in de petoet ging het van tot mond tot mond:
 
Oh Madelein....etc.

 

 

16 Jan 1946

Morib (Malakka)
In arren moede heb ik het besluit maar genomen om weer een dagboek te gaan houden. Ik had na mijn dagboeken uit m'n onderduikerstrijd in Wormerveer niet meer zoiets bij gehouden totdat ik m'n tweede begon met :14 Oct.1945, toen we uit Sittard, via Calais naar Dover vertrokken. 

Die Zondagavond ('t Lijkt wel of 2-6-RI altijd op Zondag moet reizen) om 6 uur vertrokken we per trein uit Sittard, na in die plaats een paar, voor de meeste niet zeer prettige weken te hebben doorgebracht. 12 uur later arriveerden we in Calais, aten en wasten ons en leverden ons weinige overgebleven Hollands geld in. Ca. 10 am. stapten we op de 'Biarritz' die ons om 12 uur in Dover aan land zette. Dat was mijn eerste "zeereis" waar ik zo lang naar verlangd heb. In Dover stapten we direct op de trein en reden urenlang door een prachtig Engels heuvel landschap. De Engelse Zuidkust is zeer mooi met z'n krijtrotsen mar het binnen land was nog mooier. Om 5.30 arriveerden we in het kamp, een klein uur lopen van Wokingham, ca. 30 mijl ten NW. van Londen........'

zondag 27 jan. 1946, 6 uur 's avonds.
Vandaag ben ik met een gedeelte van het 1e peloton naar Kuala Lumpur geweest. Weer een paar nieuwigheidjes gezien. Er was ook een flinke cantine, NAAFI_EFI met heerlijke koffie die we zo lang moesten ontberen. We werden bediend door tamelijk heldere Chinezen. 's Avonds moet er, volgens de jongens die er meer geweest zijn een geweldige band spelen. Nu werden er echter alleen een paar platen gedraaid. Helemaal achteraan was een zaal voor tafeltennis en andere spelen. Een pracht Maleis grietje zat er. We vroegen om ping-pongballetjes maar die waren volgens de schoonheid "finished". Dan maar met de vogelepik' aan het gooien. Even later komen er een paar Engelsen en die krijgen wel balletjes. Uit zuivere wraak hebben we toen die vogelepick muurvast in het bord gegooid en zijn weg gegaan.
 
We deden op Malakka ook nog wel aan muziek en toneel:
Huib( Lankhuizen)  zit bij me te schrijven, het grote toneelstuk van de foerier sgt.Knops.  Zijn kauwgom lag op zijn sigarettenbusje. Ik vroeg:"zitten er nog veel in Huib?' Pakte zijn kauwgom weg en legde er een propje stopverf voor in de plaats. Even later pakte hij zijn lekkernij weer op en stak het in zijn mond. Hij kauwde er wel een minuut op. Toen klonk er een verwensing en:"Wat ben jij toch een donderstraal!" 
 
We hadden ook een groep bestaande uit Jo Spruijt, hawaiian gitaar, Kees Groen, gitaar, Jaap Heimans ,vocal en Wim van Gastel, vocal. Wim had een stem als Sinatra en had het ver kunnen schoppen met een goede manager.
 
Zaterdag 9 feb.
De voetbalwedstrijd 3e tegen 2e compie is door ons gewonnen met 4-2. De 2e compie was de favoriete van het bataljon, tenminste, dat is ze een paar weken geweest en hoewel de 3e compie ook niet slecht is geweest, is in deze match gebleken dat ze beter is dan de 2e cie. Huib heeft zich finaal sprakeloos gebulkt langs de lijn.
 
Zaterdag 9 Maart 1946.
Nu weet ik wat 'moven' eigenlijk is. Deze keer is het de zwaarste oefening die we ooit hebben gehad. Met ca. 80 kilo aan kit bag, ransel en broodzak, wapen, munitie enz. hebben we gezwoegd en gesjouwd. En ik had bovendien nog m'n gitaar, die met iets meer liefde moest worden behandeld dan de rest van de bepakking. 

Met een slordige 1000 man zaten we dan op een landingsboot, waar het beklimmen van in totaal van 7 pm. tot 4 am. duurde. Sorry; toen zaten we eindelijk op de 'Sommelsdijk' gestationeerd. Ik lig met van Hoof, uit Valkenswaard, Spaan, de Rooi, Cortjens en van Velsen op een dakje onder een mitrailleurs nest. We liggen er heerlijk, een van de beste plaatsen want in de slaapzakken stik je. Voor dat het zover was is er heel wat gebeurd. 

Het was eigenlijk te krankzinnig om kwaad te worden. Het was om de haverklap:"OMHANGE'", "AFHANGE" van de meerderen en "BARST", LOOP NAAR DE HEL" van de minderen en heel sarcastisch van Jan Smaling:" Ik wit nie of gullie et wit manne, maor we move' " Hilariteit, vloeken, piepen en kraken. Schouders zijn pijnlijk van het omhangen en afhangen. Het stukje van de kade, waar we uren hadden gewacht, over de pier naar de landingsboot met reeds genoemde 80 kilo op onze gemartelde ruggen, was een foltering geweest. Stoppen en voorwaarts gaan is vreselijk met zo'n last.

Huib Lankhuizen werd wanhopig en dreigde door z'n knieën te zakken en vreemd genoeg, maar in dergelijke omstandigheden zing ik en verwens ik de officieren en tap moppen alsof we een plezier reis maken.
Maar, zoals ik reeds zei, het was te idioot om razend te worden. De meeste lachten dus en ook Huib kikkerde weer op en de vrijwilliger Smaling beweerde alsmaar dat we toch altijd "geheel vrijwillig" bleven....
19 Mei '46
Maj. Aalmoeznier Bajou in een jeep op een mijn gereden, zwaar gewond

15 juli maandag 1946.

Vanmorgen kwam korporaal Boumans als sgt.v.d. week ons als gewoonlijk wekken vlak na de reveille. 
Om half zeven kwam hij (ook als gewoonlijk)eens kijken of alles al was opgestaan. Toen begon hij puur verstoord te tellen:
 "1, 2, 3, 4, 5, 6. Zo, jullie zijn de sigaar!"klonk het. Zes rapportjes  op één kamer, dat was nog eens een goeie morgen voor ons korporaaltje. We beraamden plannen om hem ook te nemen. Rudy sloeg Tiny met mijn schoen op zijn enkel die prompt dik werd. Ik trok een korstje van de wond aan mijn scheen af. Rudy had al wat, Pierre ook en Jansen dacht dat hij kleurenblind was. Zodoende hadden we het zover geschopt dat we allemaal op ziekenrapport konden. 
Jansen voor onderzoek naar Tjandi, Rudy vrij van hoge schoenen en de rest vrij van lopende dienst. Hoe is ie???????
"WIe kapot is, wie verrot is, voor de dokter!!!! (op muziek)
Mijn songbook heb ik opnieuw ingebonden en geïllustreerd met allerlei foto's.

Een term die we in Indië zeiden was: "Dat ze maar een kindje krijgen door hun neusgaten!!!!!!'

zaterdag 10 augustus 1946.

Zondag l.l. is het ongelooflijke op de meest  onverwachte wijze gebeurd. De aanval op de hele stad plus het vliegveld. Om ca.5 uur. Ik stond op post. Het was de eerste nacht die wij weer op t.v.w. doorbrachten na maandag de stad te hebben gelegen kregen we slecht gericht mortiervuur. Toen het even licht was, hoorden we een ijselijk gebulk en op 7 a 800 m. afstand kwam het spul aangerend gewapend met karabijntjes, een enkel machinepistool en een hoop bamboestokken met gemene scherpe punten. Het lijkt een onschuldig ding, maar in een gevecht van man tegen man kan je...........?.....................geweer met ................?.............gevaarlijk. Onze fickers, brens, stens, geweren en mortieren spraken toen de heren hard toe toen zij bulkend op ons aankwamen en ze lagen al gauw op hun buik toen er een stel in het zand beten. 

In het begin wat zenuwachtig, kregen er later lol in en riepen eveneens: "MERDEKA INDONESIA" terwijl wij er op los paften.De dapperste kwamen sluipend nader en af en toe snapten  we van hen ook één. Toen de aanval was afgeslagen steeg onze Mitchell  op met haar 13 welbespraakte mitrailleurs., daalde na een poosje voor munitie en benzine bij te laden, steeg weer op en werd kort daarop zodanig geraakt dat ze plots laag overvliegend een rare zwieber maakte en neersloeg. Een grote steekvlam was alles wat we zagen. Gevloek en verwensingen van de jongens. Ik kwam juist om een hoek toen Louman die in de deur van onze barak stond zei:"oooooh het vliegtuig wordt afgeschoten". Ik keek en zag juist de steekvlam. Later hebben ze de verkoolde lijken van de zes helden er uitgehaald.

klik hier voor het krantenbericht Mitchell. 

De naam Pirewapa ( Pionieren-Reacreatie-wachtlopen-Patrouille) is de benaming van de kampong die wij hadden omgebouwd tot kamp. De naam is bedacht door Sgt.v.d. Linden.
 
Heel de dag stonden broodmagere kindjes en moeders buiten de poort te wachten met een blikje of zelf alleen maar een stukje pisangblad, te wachten op de resten van onze maaltijden. Op een ochtend lag er een dood vrouwtje op de weg.

 

Frans Bruijnseels was mijn slapie. We sliepen in de zelfde tent en op een dag dat we geen dienst hadden gingen we gewoon even zwemmen in de rivier waar over de brug lag die we moesten bewaken. We speelden wat met een zware balk die daar rond dreef, je weet hoe dat gaat, gek doen, er op springen zodat je met balk en al zinkt. Op de een of andere ongelukkige manier stootte Frans zijn hoofd onder water op de bodem of aan de balk want we zagen hem langzaam naar de oppervlakte komen. Ik dook naar hem en in het vuile kali water raakte ik hem kwijt. 3 dagen later kwam hij 200 m. verder boven drijven. 
Namens die in mijn dagboeken voorkomen zijn: Kapt.Piters, Tiny Cortjens, Kapt. Veldman, sgr.Broos, ene van Weert: hij is met een mes vermoord bij Morib door de man van het  vrouwtje waar hij aanzat.  Gevonden door v.d. Kloot en Dominie.
Jan Slijpen, Lankie, Marcus v.d. Klooster, Jan Roks, Jan Gouverneur, Simon Boons., korp. Piet Damme, sgt.Thijssen, Jan Simons, Talboom, Toeback( kon goed zwetsen!), sgt.Maj. Granneman, Jo Spruyt, (gitarist) Piet REenting, sgt.Lobbeso, Bussel, sgt.v.d. Linden, Jan Rijpert, Ton Mathijsen, Ferdie Jansen, Louman, Jaap Heimans, korp. Pieters, Boumans, Voogd, Lt.Nortier, Wim van Gastel, korp.frans Adriaanse, van Blerick, korp. v.d. Made, korp. Henri v.Heugten, hospik Leo de Wit, Henk Spaan, korp. Patist, Kees.v.d. Veeken, Ton Slechtenkamp, de Pender, (ging naar de M.Pol.) Packbier, van Bezooien, Henk Zwitzelaar chauffeur, reed met 1500 weight over een brug die er niet was tussen Salatiga en Semarang en zat muurvast in dat gat, sgt.Bus, Schubert, Schuman, Peter Bisschop ( liep voor mij op patrouille , kreeg een schot in lies. Ik legde de sten op Rudy's rug en joeg 28 kogels door een klapper waar de sniper zat. Hij viel eruit.) Mosselman (elektricien) v.d. Spoel,  Pierre Schouten.

De advertentie van het huwelijk van A (Toon) Henraat en Tan Sam Nio...Ik heb daar nog een bruidsfoto van. Heb hen in Brabant nog opgezocht in 1950 of zo. Tan woonde in de kampong aan de Bodjong , hoofdstraat van Semarang, PENDRIKAN KIDOEL waar ik ook een familie bezocht. Ik was nog al gek met Renie, maar kreeg geen poot aan de grond.

 In 1998 ben ik met Bep de hele Bodjong afgewandeld, en bij Pendrikan Kidoel staan aarzelen of we er in zouden lopen of niet. In 1947 was het allemaal keurig netjes maar nu was het zo'n slordige rotzooi dat ik Bep niet bloot wilde stellen aan mogelijk gevaar en maar gepast heb.