Er was een
wapenstilstandscommissie samengesteld, waarvan kapitein Koppenol deel
uitmaakte, teneinde tussen de strijdende partijen borden te plaatsen
die zouden aangeven waar de afgesproken demarcatielijn zou lopen.
Kapitein Koppenol wilde echter eerst nagaan waar die lijn liep tussen
onze laatste post in de buurt van de Tuntangcentrale en onze volgende
post richting Kudungjati. Om niet de omweg via Semarang te hoeven
maken werd besloten dit traject met onze gepantserde weaponcarrier af
te leggen. Hiervoor moesten wij echter de kali Tuntang oversteken daar
waar een noodbrug lag.
Vlakbij liep ook een spoorlijntje waarop, sinds de wapenstilstand,
eenmaal daags een treintje liep vanuit Republikeins gebied naar
Semarang. De noodbrug over kali
Tuntang zag er echter zeer gammel uit, goed voor de passage van
voetgangers en mogelijk een jeep, maar hoogstwaarschijnlijk niet voor
de pantserwagen. Wij stonden nu voor de keuze om het over de spoorbrug
te wagen, waarvan het rijdek alleen bestond uit spoorbielsen, of de
missie af te blazen.
Na beraad werd besloten
de tocht via de spoorbrug te wagen.
Nadat de pantserwagen op
de spoordijk was geklommen, reden we tot aan de eerste bielsen van de
brug. De breedte van het wielstel kwam net overeen met de lengte van
de spoorbielsen. Het uitzicht op het te volgen traject was, door de
bepantsering, vrij beperkt. Er moest iemand voorop lopen om de wagen
tijdens de overtocht op
de bielsen te houden. Deze begeleider moest de overtocht vrijwel
helemaal achteruit lopen hetgeen ook een toer was vanwege de spaties
tussen de spoorbielsen en gapende diepte waar de kali stroomde.
Enige inzittenden verkozen de overtocht te voet te doen. De
pantserwagen werd in de eerste versnelling gezet en in de lowgear
hobbelden we van biels naar biels over de brug. We probeerden er maar
niet aan te denken dat de trein er aan zou komen, want dan was het
feest compleet.
Eenmaal over de brug
reden we verder de spoordijk af , ingeklemd tussen de flanken van de
heuvel aan weerskanten van de baan. Na verloop van tijd kwamen we aan
de rechter kant een stationnetje tegen. Enige spoorwegbeambten die
daar aanwezig waren, stonden ons verbaasd aan te staren. Men had dit
duidelijk niet verwacht. We hebben maar niets gezegd en zijn verder
gereden tot de weg van de gammele brug ons pad kruiste. Hierop was het
een stuk gemakkelijker rijden alhoewel de weg vrij smal was. Eerst
kwamen wij door een aangeplant Djatibos, vol gevallen grote bladeren.
Daarna kwamen rijstvelden in zicht en uiteindelijk onze beoogde
voorpost. Ook hier had men ons niet uit richting verwacht, wat een
lichte consternatie veroorzaakte. Na wat heen en weer gepraat
bedaarden de gemoederen en kon de kapitein zijn zegje doen over het
plaatsen van de demarcatieborden. Hierna was onze opdracht vervuld. We
besloten maar niet over de zelfde weg terug te gaan. We kwamen door
het gebied waar voor de eerste Politionele
Actie ook al vaak acties waren geweest. Eindelijk bereikten we dan
Salatiga via Semarang.
.
Ger Dejong