Wapenstilstandsperikelen 1948.

Er was een wapenstilstandscommissie samengesteld, waarvan kapitein Koppenol deel uitmaakte, teneinde tussen de strijdende partijen borden te plaatsen die zouden aangeven waar de afgesproken demarcatielijn zou lopen. Kapitein Koppenol wilde echter eerst nagaan waar die lijn liep tussen onze laatste post in de buurt van de Tuntangcentrale en onze volgende post richting Kudungjati. Om niet de omweg via Semarang te hoeven maken werd besloten dit traject met onze gepantserde weaponcarrier af te leggen. Hiervoor moesten wij echter de kali Tuntang oversteken daar waar een noodbrug  lag. Vlakbij liep ook een spoorlijntje waarop, sinds de wapenstilstand, eenmaal daags een treintje liep vanuit Republikeins gebied naar Semarang. De noodbrug over  kali Tuntang zag er echter zeer gammel uit, goed voor de passage van voetgangers en mogelijk een jeep, maar hoogstwaarschijnlijk niet voor de pantserwagen. Wij stonden nu voor de keuze om het over de spoorbrug te wagen, waarvan het rijdek alleen bestond uit spoorbielsen, of de missie af te blazen.

Na beraad werd besloten de tocht via de spoorbrug te wagen.

Nadat de pantserwagen op de spoordijk was geklommen, reden we tot aan de eerste bielsen van de brug. De breedte van het wielstel kwam net overeen met de lengte van de spoorbielsen. Het uitzicht op het te volgen traject was, door de bepantsering, vrij beperkt. Er moest iemand voorop lopen om de wagen tijdens  de overtocht op de bielsen te houden. Deze begeleider moest de overtocht vrijwel helemaal achteruit lopen hetgeen ook een toer was vanwege de spaties tussen de spoorbielsen en gapende diepte waar de kali stroomde. Enige inzittenden verkozen de overtocht te voet te doen. De pantserwagen werd in de eerste versnelling gezet en in de lowgear hobbelden we van biels naar biels over de brug. We probeerden er maar niet aan te denken dat de trein er aan zou komen, want dan was het feest compleet.

Eenmaal over de brug reden we verder de spoordijk af , ingeklemd tussen de flanken van de heuvel aan weerskanten van de baan. Na verloop van tijd kwamen we aan de rechter kant een stationnetje tegen. Enige spoorwegbeambten die daar aanwezig waren, stonden ons verbaasd aan te staren. Men had dit duidelijk niet verwacht. We hebben maar niets gezegd en zijn verder gereden tot de weg van de gammele brug ons pad kruiste. Hierop was het een stuk gemakkelijker rijden alhoewel de weg vrij smal was. Eerst kwamen wij door een aangeplant Djatibos, vol gevallen grote bladeren. Daarna kwamen rijstvelden in zicht en uiteindelijk onze beoogde voorpost. Ook hier had men ons niet uit richting verwacht, wat een lichte consternatie veroorzaakte. Na wat heen en weer gepraat bedaarden de gemoederen en kon de kapitein zijn zegje doen over het plaatsen van de demarcatieborden. Hierna was onze opdracht vervuld. We besloten maar niet over de zelfde weg terug te gaan. We kwamen door het gebied waar voor de eerste  Politionele Actie ook al vaak acties waren geweest. Eindelijk bereikten we dan Salatiga via Semarang.

.                    Ger  Dejong