ZO MAAR WAT HERINNERINGEN
Herinneringen gaan pas leven als je ze met een ander kunt delen. Echt succes wordt 't als je op een Vomi-bijeenkomst iets ophaalt waarop een andere sobat verheugd reageert en uitroept : "daar was ik zelf bij en dat was ik helemaal vergeten "!!
Zo vertelde iemand dat hij zo blij was met het eten in Easthampsted en dat hij altijd ( voor de tweede keer ) weer aansloot. Achter in de rij.
Persoonlijk herinner ik mij heel sterk de muzikale ballades van Freddy Moerland op Malakka. Hij speelde prachtig gitaar en zong daarbij
Ambonese liederen. Het paste zo helemaal in het plaatje van de tropenavond. Fred was een hele lieve, zachte, vooral bescheiden man en zijn karakter klonk door in zijn stem en de keuze van de muziek. En dan was er ook Jo Spruijt. Zingend bij zijn gitaar, gezeten op de trapjes van de Japanse barak. Met een achtergrondkoor van miljoenen tsjilpende insecten en het geruis van de branding vlak voor ons, bracht hij ons in alle heimwee-toestanden met het gevoelige nummer "mama ". Ook zong hij tweestemmig met Pietje Renting. Hun beider laatste optreden was bij de eerste 4e-compie-reünie in 1988. Jo vertelde me bij die gelegenheid, dat we in Semarang nog een afscheidsrevue hebben opgevoerd en waarvoor ik de teksten zou hebben geschreven !!!! Blinde vlek.
Wel herinner ik mij de periode in het N.I.S.-gebouw en we gingen dansen in de Tijgerclub ( voorheen Pegagesclub ). Ik mocht er dansen met
Sjaantje Witterland ( ze woonde op Pendrikan 83 )  en dat was dan ook het enige wat me werd toegestaan. Ze is later toch getrouwd met een sobat van de M.P. en woont in Nederland. Op een van die balavonden moet het mopje geboren zijn van de sobat die een Indisch meisje ging vragen en als antwoord kreeg :"Neem mijn zusterrr maarrr meneerrr, ik ben nog nat van anderrre man "!!
En dan was er die bar op de Bodjong met de wonderlijke naam "au chien qui fumes ". De eigenaar was een Fransman die nog in de eerste
Wereldoorlog had gevochten. Hij exploiteerde zijn café al jaren, maar sukkelde nog steeds met de Nederlandse taal. Boven de toog was er een hemel van prachtig Javaans houtsnijwerk en als we hem daarmee complimenteerden door het versierselen te noemen, trachtte hij dat na te zeggen en stotterde "verschier, verstier,vrier, vrierre.... tot hij explodeerde met een "cést ornement nom de Dieu ".
Herinnering aan Charly Lobbezoo, de 3 inch-mortiercommandant die tweemaal met zijn jeep op een landmijn reed. Voertuig in beide gevallen total loss, de wielen hingen in de boom en Charly had geen schrammetje. En onze dikke kpl. Frans Luijks die op een patrouille, welke onder vuur kwam, begon te gillen dat hij geraakt was en het bloed over zijn billen voelde lopen.... De kogel bleek dwars door zijn veldfles te zijn gegaan en de warme thee deed de rest. Ik moet ook nog ergens een fotootje hebben uit Kuala Lumpur. Giel Hendrikx en ik, samen in een betjak. We waren op bezoek bij het hospitaal. Giel voor sgt.maj. de Haas en ik voor
Chrisje Kessels. Chris had oogletsel opgelopen en is daar later ook voor afgekeurd.
Wij zijn altijd bevriend gebleven en tot de dag van vandaag, bellen we elkaar nog iedere week een keer op.
 
Zoal getiteld "zo maar wat herinneringen ". Uiteraard begrijp ik ook wel dat er bij het lezen hiervan, alleen een aha-erlebnis op kan borrelen bij sobats van mijn eigen compagnie. Maar als ons aller Marianne om "vulling" vraagt voor de Tijger, dan klim je toch in de pen !!!
Ze doet toch al zo veel voor onze club. Daarbij komt nog, als nu sobats van de vier andere compagnieën nu ook hun ervaringen aan haar  toevertrouwen, wordt het toch nog een 2-6 gebeuren.
                                               
                                                                Ingezonden door sobat Ad van Hooijdonk                                    

 

                                                                    terug naar verhalen   /  terug naar index