Onze lieve jongen werd door den
Algoeden God
aan ons toevertrouwd
op 10 Februari 1925
Na een braaf en deugdzaam leven
mochten wij hem,
al is het met pijn
in het hart, weer toevertrouwen aan
dienzelfden
Hemelvader op 18 Mei 1946,
toen hij in de uitvoering van zijn militaire
plicht te Semarang,
in
N.O.I,
tengevolge van een dienstongeval,
ons ontviel.
In
zijn parochie te Venraij werd een
zieledienst gehouden
op 27 Mei 1946.
"Aanvaard,
Heilige Vader, de reine offerande,
die wij U opdragen tot lof
en
glorie van Uw Naam
en tot heil
van het geheele volk".
Broer,
jongen, je vader en moeder, je broers, zusje
en geliefde
schreien, maar
jouw en hun offer is
niet vergeefs gebracht,
want het goede op de wereld
en
zegen worden slechts uit offers geboren.
Je droeg een vurig verlangen om
goed te doen,
om je volk en land te
dienen en iedereen
een voorbeeld te
zijn door je blije idealen.
Er is een sterven, dat leven geeft "Sterven u
plicht".
God was zijn "Schilt ende betrouwen".
Maria's Rozenkrans en scapulier,
kostbare erfstukken van zijn ouderlijk gezin,
vergezellen hem op zijn groote tocht.
Broer, bid voor
ons, voor je ouders,
wier trots en vreugde je waart;
draag
hun offer op bij Gods Troon en
vraag
sterkte en berusting.
Bid voor allen,
die je hier hebt liefgehad
met je onbaatzuchtige liefde;
bid voor al de jongens, die jouw idealen
nog uitvoeren in
den vreemde.
Blijf bij ons in liefde en gebed vereenigd
tot ons weerzien in het Vaderhuis
|