.

 

in memorium

Sld. P.P.H.Smeets

1-2-6RI

11-03-1923   -  5 - 11- 1946 

 

     
.
IN UW ALLER GEBED
wordt aanbevolen 
de ziel van 
PETRUS PAULUS HENDRIKS SMEETS

soldaat II-6 RI.

geboren te St.Odilienberg 11 maart 1925 en 
gesneuveld voor het Vaderland op 5 nov 1946
te Semarang, N.O.I. 
*
Hij was een van den eersten van onze parochie 
die naar dit vreemde verre land vertrok om te
strijden voor de bevrijding van de 
onderdrukte volkeren van Indië. 
Voor het Vaderland , voor het arm, geknechte 
volk van Indië gaf Piet zijn leven.
God vroeg hem dit offer, hij viel als een dap-
per en plichtsgetrouw soldaat bij het vervullen
van zijn plicht voor het Vaderland en hij gaf
zijn schone ziel aan de Heer terug.
Gij allen, ouders, broers, zusters, vrienden en
dorpsgenoten weent niet om mijn vertrek, alsof 
het een ongeluk voor mij was, want eens zullen
wij elkaar weerzien om opnieuw verenigd te zijn 
in de Hemel , waar niets meer ons zal scheiden.
Mijn heengaan betekent voor mij een overgang
naar een beter leven. Vergeet mij niet in Uw 
gebeden en troost U met de gedachte, dat ik 
viel als offer van  mijn plicht , een goede zaak 
waardig.  
 
Vaarwel en tot ziens in de Hemel.
 
H.Odilia, bid voor ons
Onze Vader, wees gegroet. 

 

 

 
Hij sneuvelde voor Koningin en Vaderland op 5 november 1946. Terugkomend van een geslaagde patrouille, trof hem dit ongeluk. Hij was een goede verkenner, een dapper soldaat en trouw vriend voor zijn kameraden. Wij zullen hem missen en zijn heengaan is voor ons een zwaar verlies. God geve hem de eeuwige rust. 
                                                                                             Uit 'de tijger' zaterdag 9 november 1946

 

5 Nov., Op patrouille, een soldaat eerste klas van de tweede Cie. bij ons op patrouille loopt op ongeveer 100  meter van het kamp op eigen mijn. Hij was op slag dood.
Er was 2 uur daarvoor een gevecht geleverd door ons tweede peloton. Wij, waren in een roes van de overwinning, toen dit ongeluk gebeurde, ‘s avonds weer op wacht.
 
De plaats waar de soldaat op een mijn liep was voor ons een van die plaatsen die de vijand koos om ons kamp te beschieten. Vanaf dat hoogtepunt zag men n.l. ons hele
kamp liggen, ook onze activiteiten waren goed te zien. Daarom legden wij daar mijnen omdat te voorkomen. Het waren toch zware dagen in deze tijd, veel patrouilles en wachten. Daardoor ook misschien dat ongeluk. Onze eigen troepen moesten weten, dat daar mijnen lagen, doch waarschijnlijk hebben ze een verkeerd
bergpad gekozen of zijn ze door de beplanting gekomen om eerder op het kamp te zijn. Steeds paraat zijn is de boodschap hier in de binnenlanden. Hoe dicht de vijand
soms bij ons kamp waren bewijst de hinderlagen en versperringen die zij trachten aan te leggen en de branden die zij stichten. Toch bleven de jongens opgeruimd en
werd er niet gemopperd.  
                                                                                                                                      fragment dagboek Johan Cats

 

We hebben weer een dode te betreuren. Een van de jongens van de 1e compagnie is n.l. op een mijn gelopen in het gebied van de 4e compagnie, een landmijn door ons zelf ingegraven. Zoiets mag natuurlijk niet voorkomen, maar is gewoonlijk een gevolg van onbekendheid met de plaatselijke situatie en kleine slordigheden over de gehele linie.
                                        
                                                      Uit : gedenkboek Zomaar wat herinngeringen  van Verhulst. 

terug naar zij keerden