- Toespraak
Staatssecretaris de Vries t.b.v. Nationale Herdenkink bij Nationaal
Indië-monument 1945 – 1962, zaterdag 6 september 2008
Geachte
veteranen, excellenties, dames en heren,
"Elke
dag schreef ik een brief naar mijn verloofde, dat hield me op de been.
Je moest ze alleen wel nummeren, want je wist nooit precies welke
brief op welk moment aan zou komen".
Deze woorden
tekende ik op uit de mond van Piet Overvliet, registratienummer
280517457 van de 42ste brigade, 423 infanteriebataljon.
Ik sprak hem
samen met Chris Endeveld, registratienummer 250628101, 7 december
divisie, 3de garderegiment jagers.
De heer
Overvliet verbleef van 1949 tot en met 1950 op Oost-Java en de heer
Endeveld was van 1946 tot en met 1948 gelegerd in West-Java. Twee
verschillende periodes. Twee verschillende plaatsen. Twee
verschillende verhalen. Maar beiden Indië-veteraan en daardoor met
elkaar verbonden, zoals u allen hier aanwezig met elkaar verbonden
bent.
Ik leerde
tijdens het gesprek al snel dat de één drie sterretjes had en de
ander maar één, "omdat 1950 niet meetelde" vanwege de
soevereiniteitsoverdracht een jaar eerder.
Voor beiden
gold dat ze als dienstplichtige naar Nederlands-Indië werden gestuurd
terwijl ze evenals vele anderen liever in Nederland waren gebleven.
Nederland was net bevrijd, de wederopbouw was in volle gang. Er moest
worden gewerkt in het familiebedrijf en de al genoemde verloofde bleef
achter.
- ik kan u
overigens gerust stellen: met de verloofde van destijds is de heer
Overvliet inmiddels 56 jaar gelukkig getrouwd –
- Vandaag
herdenken we wederom de 6229 Nederlandse militairen die tussen 1945
en 1962 omkwamen in Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea. Het is voor
mij een grote eer om voor u te staan en namens de regering een krans
te mogen leggen ter nagedachtenis aan de militairen die bij de
strijd in voormalig Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea hun leven
hebben gegeven. Samen zullen we hen herdenken.
- Het
overweldigende getal van 6229 militairen die het leven daar lieten.
Evenzovele namen, hier gegrift in de zuilenrij. Ieder van hen heeft
een eigen verhaal en een eigen familie voor wie slechts
herinneringen resten. Deze militairen streden namens ons in opdracht
van de regering, in dienst van het vaderland. Zij verdienen ons
respect en onze waardering.
- Vandaag
herdenken we hen voor de 21e keer. Hier in Roermond, op de plek waar
de eerste militairen zich verzamelden om naar Indië te worden
uitgezonden. Al 20 jaar zijn het monument en de organisatie van deze
herdenking in goede handen van de stichting Nationaal
Indië-monument, een opmerkelijk particulier initiatief dat zonder
vrijwilligers er niet was gekomen en dat zonder vrijwilligers niet
meer zou bestaan.
-
- Vrijwilligers
verzorgen de omgeving van het monument, zijn aanwezig in het
paviljoen voor de ongeveer 30.000 gasten die het monument jaarlijks
bezoeken en hijsen iedere dag de vlag. Ik wil deze vrijwilligers
vandaag, 20 jaar na de oprichting van het monument bijzonder
dankzeggen voor al hun inspanningen en goede zorgen.
- Mijn
generatie kent de verhalen over Indië en Nieuw-Guinea niet uit
eerste hand. Mijn ouders zijn in 1942 en 1943 geboren. Mijn vader
ging in 1963 in dienst.
- In de 9
maanden die ik nu staatssecretaris ben heb ik al veel veteranen
gesproken, ook uit Indië en Nieuw Guinea.
- - Zoals bij
de opening van het inloophuis in Eindhoven, de open dag van de
landmacht, de veteranendag en het bezoek aan het museum van de
commando’s. –
- En recent
dus met de heren Overvliet en Endeveld. Om nog weer meer verhalen te
horen.
Meer.
Om hier
meer recht aan u te kunnen doen.
Maar meer
ook, omdat het nu nog persoonlijk kan.
Omdat het
van belang is het persoonlijk en uit eerste hand te horen.
Zodat
ervaringen doorgegeven kunnen worden aan een generatie waarvoor in
vrijheid en voorspoed leven een vanzelfsprekendheid is geworden.
Ieder jaar
op Veteranendag zie je de groepen kleiner worden. Zeker die van de
veteranen uit de Tweede Wereldoorlog.
En wat u,
en ook zij, hebben te vertellen is van enorme betekenis. Is van
belang om van te leren.
Om het
besef levend te houden dat vrede niet vanzelfsprekend is.
Het besef
dat velen van veraf, zoals uit Canada en Amerika, stierven
voor onze vrijheid en voorspoed hier.
En dat
velen van hier, van ons, stierven voor vrijheid en voorspoed elders.
Maar ook
het besef levend houden dat we ons moeten verdiepen in wat
militairen ver weg meemaken. Laten we er voor waken om niet weer te
oordelen zonder te weten. Vertel ons zelf uw verhaal. En wij zullen
luisteren.
Om te horen
dat we veteranen hebben om waarlijk trots op te zijn.
Veteranen
uit uw periode.
En
veteranen van vandaag de dag.
Indië en
Nieuw Guinea gaan hand in hand met Afghanistan en Tsjaad.
Ook u ging
naar een land waarover u weinig wist, waar u onder gevaarlijke
omstandigheden uw werk moest doen. Ook voor u gold dat de vijand
vaak onzichtbaar was en zich onder de lokale bevolking bevond. Het
beeld wat men in Nederland had stond soms ver af van uw
werkelijkheid.
Belangrijke
verschillen tussen toen en nu zijn er ook:.
Het
één-kolommertje in het Leidsch Dagblad waarin weer 17 gesneuvelden
werden gemeld staat in groot contrast tot de ruime aandacht van
vandaag de dag voor omgekomen militairen.
Vroeger was
je twee à drie jaar weg, schreef je brieven die lang onderweg waren
of misschien niet eens aankwamen. Nu hebben militair en thuisfront
bijna dagelijks contact via snelwerkend internet. Was de
informatievoorziening toentertijd vaak mondjesmaat met alle gevolgen
van dien, tegenwoordig kunnen we in Nederland bij wijze van spreken
"real time" de ontwikkelingen in Uruzgan volgen.
De honderd
gulden, het nieuwe pak en de maand vrij reizen van toen staan ook in
schril contrast tot de nazorg en begeleiding die er nu gelukkig wel
zijn.
Mede
dankzij uw inspanningen is in de jaren ’90 de basis gelegd voor
het uitgebreide Veteranenbeleid dat we nu kennen. En hebben de
herdenkingen hier de vorm, inhoud, omvang en aandacht gekregen die
ze verdienen.
Laat, te
laat, maar gelukkig nog niet te laat om de verhalen nog rechtstreeks
uit uw eigen mond te kunnen horen.
Bijvoorbeeld
over de vreselijke scheepsreizen en het enorme geluk dat je had
wanneer je in 1950 met een Amerikaans schip terug kon naar
Nederland.
Of het
verhaal over de vriendelijke eierboer die iedereen bij naam kende en
uiteindelijk een luitenant van de TNI bleek te zijn.
Het verhaal
over de trekbommen die dezelfde schrik aanjoegen als de IED´s in
Uruzgan nu.
Of het
ongeloof over het begin van de tweede politionele actie zo vlak voor
kerst, zodat de kerstnacht onder de auto met je hoofd op een steen
werd doorgebracht.
Verhalen
die het waard zijn om doorverteld te worden.
Want wie
het verleden niet levend houdt zal nooit kunnen werken aan een
toekomst met vrede.
Vrede,
waarvan we de afgelopen weken weer hebben gezien hoe weinig
vanzelfsprekend die inderdaad is.
Ook u zult
met evenveel bezorgdheid naar de verhalen uit Georgië hebben
gekeken.
In wat voor
wereld zullen uw kleinkinderen en mijn kinderen opgroeien?
Zekerheden
voor de toekomst kunnen we ze helaas niet geven.
Maar wel de
lessen uit het verleden.
We kunnen
ze opvoeden met twee minuten stilte.
Met
geschiedenis op school.
Met het
voor(t)leven van respect.
Respect
voor veteranen.
Ook dat
houdt het besef van vrijheid en verantwoordelijkheid levend.
6229
militairen die daarvoor het hoogste offer brachten herdenken wij
hier vandaag.
Opdat wij
niet vergeten.
|